Nuscience investeert 35 miljoen euro in een nieuwe fabriek voor veevoederadditieven. Ondanks de hoge loonkosten bouwt CEO Patrick Keereman ze in Drongen. ‘Omdat we hier de expertise hebben. We bouwen hier de beste fabriek ter wereld in onze stiel. Daar kunnen ze in China of in Brazilië niet aan tippen.’
Nuscience heeft een 55 meter hoge productietoren gebouwd in Drongen. Een investering van 35 à 40 miljoen euro. De toren staat er al en is zichtbaar vanaf de E40, maar officieel wordt de nieuwe fabriek pas begin oktober in gebruik genomen. ‘Het was moeilijk een plek te vinden hier in de streek waar we zo hoog mochten bouwen’, zegt Nuscience-CEO Patrick Keereman. ‘Maar we moesten echt zo hoog kunnen gaan, want voor veevoeder is het belangrijk zo netjes mogelijk te produceren. En wanneer je van boven naar beneden gaat, beperk je het gevaar op contaminatie.’
Nuscience maakt additieven voor veevoeders, zoals vitamines, mineralen en aminozuren, die de gezondheid van vee, varkens en kippen bestemd voor de vleesproductie moeten verbeteren. Daarnaast produceert het bedrijf ook verbeterde voeding voor zeer jonge dieren. ‘Er beweegt veel in de sector’, legt Keereman uit. ‘De vraag naar gezonde voeding wordt steeds groter, denk maar aan McDonald’s dat geen antibiotica meer wil in het vlees van zijn hamburgers. Daardoor gebruiken steeds meer veeboeren onze producten. Dankzij onze additieven zijn dieren minder ziek en is er dus minder nood aan antibiotica.’
De omzet van Nuscience, toen nog bekend als Vitamex, bedroeg tien jaar geleden zo’n 50 miljoen euro. Vandaag is dat 450 miljoen euro. De groei komt vooral uit opkomende markten zoals China en Brazilië, waar de consumptie van vlees nog toeneemt. Keereman: ‘De middenklasse groeit daar sterk. En zodra de mensen wat meer centen hebben, beginnen ze vlees te eten.’ In China is dat vooral varkensvlees. Nuscience bouwde daar eerder dit jaar een nieuwe fabriek, waardoor het er nu twee heeft. Die produceren enkel voor China. ‘Wist u dat de helft van de varkens in de wereld in China zitten?’, lacht Keereman.
Op de vraag waarom Nuscience besliste een fabriek in Drongen te bouwen in de plaats van in een land met lagere loonkosten, antwoordt Keereman prompt: ‘Omdat we hier de expertise hebben. We bouwen hier de beste fabriek ter wereld in onze stiel. Daar kunnen ze in China of in Brazilië niet aan tippen. Komt er nog bij dat we logistiek gezien zeer goed liggen. We kunnen van hieruit sneller leveren aan Algerije dan vanuit onze fabriek in Madrid. Ook Thailand en de Filipijnen worden van hieruit bevoorraad. Niet vanuit China. We hebben hier uitstekende transportverbindingen.’
Slechts 10 tot 15 procent van wat in Drongen wordt geproduceerd, is voor de Benelux. De rest is voor de uitvoer. Nuscience kocht onlangs een bedrijf in Brazilië, waardoor het ook daar de touwtjes stevig in handen heeft op de veevoedermarkt. ‘We hebben nu een mooie spreiding van fabrieken wereldwijd en dat is goed, want het kan nooit overal tegelijkertijd slecht gaan’, vindt Keereman.
Veevoeders is een bijzonder cyclische business, die sterk afhangt van de prijs voor vlees. ‘Het eigenaardige is dat niet de vraag van de consument onze business bepaalt, maar de capaciteit van de vleesproducenten. Dalen de prijzen voor varkensvlees in China omdat er overcapaciteit is, dan gaan ze daar meteen snoeien in hun productie. En dat voelen wij natuurlijk. Maar vandaag zitten de prijzen weer goed in China’, duidt Keereman.
‘Om diezelfde reden hebben wij de economische crisis hier in Europa amper gevoeld. De varkensboeren zijn hier gewoon voort blijven investeren.’